Het vrije kantoorpakket OpenOffice.org maakt een moeilijke periode door. Ontwikkelaar Michael Meeks heeft de statistieken erop nagetrokken en concludeert: het is dringend tijd voor maatregelen.
Michael Meeks werkt fulltime aan OpenOffice.org en doet dat op kosten van Novell. Op dit moment zijn er nog 24 ontwikkelaars die regelmatig een bijdrage leveren, terwijl dat in de hoogtijdagen op meer dan 65 lag. Uit de cijfers van Meeks blijkt dat Sun zich langzamerhand terugtrekt uit het project. Novell levert op dit moment nog 15 ontwikkelaars die echter niet prominent in de statistieken verschijnen.
Meeks roept daarom op om de ontwikkeling van OpenOffice.org niet aan een enkele fabrikant over te laten. Het project heeft meer ontwikkelaars en een grotere diversiteit aan ontwikkelaars nodig. Eén van de maatregelen die Meeks voorstelt is om de ontwikkelaars weer de controle te geven. Op dit moment moeten teveel processtappen worden doorlopen en wordt er te weinig naar ze geluisterd.
Stap twee is het loskoppelen van het project van Sun: het stempel Sun moet van OpenOffice.org verdwijnenen en er moet minder top-down besturing plaatsvinden. De eigendomsrechten van alle code die in OpenOffice.org wordt opgenomen moet nu nog aan Sun worden overgedragen; Meeks ziet meer in een non profit-stichting die voor een stabiele en onafhankelijke toekomst kan zorgen. Maar Meeks ziet het somberin dat die maatregelen daadwerkelijk genomen zullen worden.
Bron: pcmweb.nl
dinsdag 30 december 2008
maandag 29 december 2008
Turbulentie in opensource-land
Turbulent, zo is het jaar 2008 te typeren wanneer we terugkijken naar de opensource-ontwikkelingen en turbulent was het op alle fronten. Openbron-software, in al zijn vormen, heeft definitief het beeld van software die wordt omarmd door dromerige idealisten of warrige filantropen achter zich gelaten: ook het bedrijfsleven en de overheid komen er voor uit dat ze de voordelen van het principe inzien. Al dienen nooit de ogen gesloten te worden voor de nadelen. Open Source logoDe eerste majeure ontwikkeling dit jaar is te zien geweest in de opmars van de netbook, oorspronkelijk ingezet door Asus met zijn Eee PC. De combinatie van productie in lagelonenlanden en goedkope hardware, samen met de komst van Intels zuinige Atom-processor en opensource-software, hebben de compacte notebookjes voor 'weggeefprijzen' mogelijk gemaakt. Het prijsvoordeel van een model met bijvoorbeeld Ubuntu ten opzichte van een netbook met Windows XP - Microsoft heeft besloten zijn 'verouderde' OS toch nog op deze markt in leven te houden - kan oplopen tot 50 dollar of meer. En in een markt waarin elke extra dollar die aan de kostprijs wordt toegevoegd er één teveel is, willen fabrikanten de consument in ieder geval de keuze geven een Linux-apparaat te nemen.
De opmars van Linux als voorgeïnstalleerd besturingssysteem op goedkope netbooks heeft niet alleen een kostenvoordeel. De consument proeft in de meeste gevallen voor de eerste maal aan een ander besturingssysteem dan hij of zij gewend is. Dat dit niet altijd naar volle tevredenheid is, mag logisch genoemd worden: niet iedereen houdt van verandering. Bovendien komen er met de stijgende populariteit van een opensource-OS als Linux meer financiële middelen vrij, waardoor de ontwikkeling versneld en geprofessionaliseerd kan worden. Niet voor niets worden voor toekomstige versies van Ubuntu dure interaction designers en andere deskundigen ingehuurd om het besturingssysteem beter te laten aansluiten op de wensen en gewoonten van de normale consument, en niet alleen op geeks die alles via de commandline doen.
De levendigheid in de Linux-community heeft inmiddels al geresulteerd in een aantal fraaie updates van de bekende distro's dit jaar. Zo wist Fedora vooral de gevorderde gebruiker tevreden te stellen, terwijl Ubuntu 8.10 zich juist meer richt op mensen die nog weinig tot geen kennis hebben van Linux. openSuse koos met een solide versie 11.1 de gulden middenweg.
Maar opensource biedt meer kansen. Zo worden projecten als Olpc mogelijk: goedkope laptops voor derdewereldlanden waar kinderen zelden tot nooit goed onderwijs genieten. Hoewel dergelijke initiatieven dikwijls met horten en stoten verlopen, is de basis gelegd: kinderen leren om te gaan met software en krijgen toegang tot de schier eindeloze hoeveelheid kennis die op internet voorhanden is. Daarnaast leren zij dat software niet tientallen of honderden dollars hoeft te kosten. Daarmee ontstaat de kans dat er nu een gehele generatie opgroeit die opensourcesoftware als de gewoonste zaak van de wereld zal beschouwen. Het is niet voor niets dat Microsoft alles op alles zet om in Afrikaanse en Aziatische landen soortgelijke projecten op te zetten: Redmond gruwelt bij het idee dat Windows in de toekomst in die contreien geen begrip meer is, maar iets uit het verleden.
De opmars van Linux als voorgeïnstalleerd besturingssysteem op goedkope netbooks heeft niet alleen een kostenvoordeel. De consument proeft in de meeste gevallen voor de eerste maal aan een ander besturingssysteem dan hij of zij gewend is. Dat dit niet altijd naar volle tevredenheid is, mag logisch genoemd worden: niet iedereen houdt van verandering. Bovendien komen er met de stijgende populariteit van een opensource-OS als Linux meer financiële middelen vrij, waardoor de ontwikkeling versneld en geprofessionaliseerd kan worden. Niet voor niets worden voor toekomstige versies van Ubuntu dure interaction designers en andere deskundigen ingehuurd om het besturingssysteem beter te laten aansluiten op de wensen en gewoonten van de normale consument, en niet alleen op geeks die alles via de commandline doen.
De levendigheid in de Linux-community heeft inmiddels al geresulteerd in een aantal fraaie updates van de bekende distro's dit jaar. Zo wist Fedora vooral de gevorderde gebruiker tevreden te stellen, terwijl Ubuntu 8.10 zich juist meer richt op mensen die nog weinig tot geen kennis hebben van Linux. openSuse koos met een solide versie 11.1 de gulden middenweg.
Maar opensource biedt meer kansen. Zo worden projecten als Olpc mogelijk: goedkope laptops voor derdewereldlanden waar kinderen zelden tot nooit goed onderwijs genieten. Hoewel dergelijke initiatieven dikwijls met horten en stoten verlopen, is de basis gelegd: kinderen leren om te gaan met software en krijgen toegang tot de schier eindeloze hoeveelheid kennis die op internet voorhanden is. Daarnaast leren zij dat software niet tientallen of honderden dollars hoeft te kosten. Daarmee ontstaat de kans dat er nu een gehele generatie opgroeit die opensourcesoftware als de gewoonste zaak van de wereld zal beschouwen. Het is niet voor niets dat Microsoft alles op alles zet om in Afrikaanse en Aziatische landen soortgelijke projecten op te zetten: Redmond gruwelt bij het idee dat Windows in de toekomst in die contreien geen begrip meer is, maar iets uit het verleden.
Abonneren op:
Posts (Atom)